De Katholieke Illustratie/Jaargang 1/Nummer 6/Oesters
← Een zingend uurwerk | Oesters (1867)
De Katholieke Illustratie, jrg. 1, nr. 6 (1867), p. 48. |
Melk-extract → |
Uitgegeven in 's-Hertogenbosch door Administratie van de Katholieke Illustratie (uitg. door Henri Bogaerts). |
[ 48 ]OESTERS. De Grieken waren groote liefhebbers van oesters; zulks getuigt het zonderlinge gebruik, dat bij hen bestond: het ostracismus of schelpengeregt, waardoor zij een of meer burgers verbanden, die gevaarlijk voor de republiek werden bevonden. Zij deden zulks door eene stemming en gebruikten te dien einde oesterschelpen, waarop zij den naam schreven van hem, dien men vreesde; was het aantal stemmen groot genoeg, dan werd de aangeduide voor zes of meer jaren verbannen echter zonder verlies zijner eer of goederen. Ook de Romeinen waren minnaars dier schelpdiertjes; millioenen er van werden verslonden, ten tijde dat de weelde en zinnelijkheid onder de Keizers het hoogste toppunt hadden bereikt; nu waren zij voor dit volk eene ware lekkernij, want de Romeinen haalden ze van de Engelsche kusten, en Juvenalis mogt met regt zeggen, dat geen oesters ter wereld deze evenaren; de Grieken evenwel moesten zich vergenoegen met die, welke de Middelandsche zee oplevert; deze nu zijn slap en flaauw, bijna smakeloos. Het is bekend dat de oester welig tiert bij hoog watergetij en slechts in de groote zeeën tot hare volkomene ontwikkeling geraakt; daar de Middellandsche Zee meestal stil is zijn de schelpdieren, die de Grieken oesters noemden, niet veel meer dan zeeslakken.
In Engeland is de oester een volksvoedsel; met millioenen verschijnen zij dagelijks op de Londensche en andere markten, waarheen zij gevoerd worden van de Schotsche, Engelsche, Iersche, Noorweegsche, Hollandsche en Fransche kusten. De Engelschen sporen ze overal op en koopen ze tegen hooge prijzen; er gaan uit onze Zeeuwsche putten waarschijnlijk meer oesters naar de Londensche dan naar de Hollandsche tafels.
In Frankrijk is men begonnen kunstmatig oesters te fokken, en de eerste uitkomsten hebben de verwachting verre overtroffen; in de parken Grand Cès, Grastorbe en Lahillon heeft men groote zoutwatermeeren aangelegd en die met oesters bevolkt met dat gevolg, dat zich nu in het eerstgenoemde 15, in het tweede 10, in het derde 9 millioen oesters bevinden; van deze kunnen er dit jaar negen millioen verkocht worden, en daar het millioen eene waarde heeft van 140000 francs, heeft die kunstmatige fokkerij reeds het eerste jaar eene som van 1,260,000 francs opgebragt.