Gezelle/'n Aven blomkes
< Gezelle
← o Heerlijk handgedaad | Tijdkrans door Guido Gezelle | Aleer het licht ten avond raakt → |
Uitgegeven in Amsterdam door L. J. Veen. (gedicht de dato 29/7/1889) |
III
'N AVEN BLOMKES
„'n Aven blomkes, moe van spelen,
gaat Mie douw doen, slaapt ook wel:
morgen, komt u niemand stelen,
herbegint ons kinderspel.”
[ 19 ]„'n Aven hoepels, 'n aven banden;
groote en kleene kaatsebal:
geeft... maar kijkt, ge 'n hebt geen handen:
Mie een kruiske u geven zal.”
gaat Mie douw doen, slaapt ook wel:
morgen, komt u niemand stelen,
herbegint ons kinderspel.”
[ 19 ]„'n Aven hoepels, 'n aven banden;
groote en kleene kaatsebal:
geeft... maar kijkt, ge 'n hebt geen handen:
Mie een kruiske u geven zal.”
„Aatje-paais, nu altemale:
kruike, kruiske, Pa en Ma...”
Mietje, mochte ik ach uw' tale,
onnavolgbaar, volgen na!
kruike, kruiske, Pa en Ma...”
Mietje, mochte ik ach uw' tale,
onnavolgbaar, volgen na!
Van die kinders „zeggen” hoorden,
heeft er een ooit nagezeid
de ongekunstenaarde woorden
van hun bloote onnoozelheid?
heeft er een ooit nagezeid
de ongekunstenaarde woorden
van hun bloote onnoozelheid?