Gezelle/Bij een jaarhoop
< Gezelle
← Tachentig | Tijdkrans door Guido Gezelle | 't Oud jaar → |
Uitgegeven in Amsterdam door L. J. Veen. |
Bij een jaarhoop weêr al eentjen,
één dag oud:
ach, het nieuwgeboren kleentjen,
't heeft zoo koud!
één dag oud:
ach, het nieuwgeboren kleentjen,
't heeft zoo koud!
Wie zal 't kind nu papken geven,
of de borst?
bei zijn' ouders zijn versteven
van den vorst!
of de borst?
bei zijn' ouders zijn versteven
van den vorst!
God alleen zal 't helpen moeten:
ik toch niet,
die hier kom u jaarlijks groeten,
zoo gij ziet.
ik toch niet,
die hier kom u jaarlijks groeten,
zoo gij ziet.
Geeft mij vette of magere junste,
u en mij
zal die oude nieuwjaarkunste
maken blij.
[ 40 ]Dan wil ik uw huis verlichten,
zonneklaar
en u nog een liedtje dichten,
't naaste jaar!
u en mij
zal die oude nieuwjaarkunste
maken blij.
[ 40 ]Dan wil ik uw huis verlichten,
zonneklaar
en u nog een liedtje dichten,
't naaste jaar!