Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants/Penitenza (2)
← Penitenza. Berouw | Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants (1644) door Cesare Ripa et al.
Penitenza. Berouw, Boete, p. 40 |
Penitenza. Berouw, Boete → |
Uitgegeven in Amstelredam door Dirck Pietersz Pers. |
Penitenza. Berouw, Boete.
EEn uytgeteerde en magere vrouwe met een treurigh en beroyt kleet, ſiende met groot opmercken ten hemel, houdende met beyde handen een rooſter: die van den Godgeleerden genomen word voor een teycken van de boetvaerdigheyt. Want gelijck dieſelve het midden is van ’t vier en’t geene daer op gebraeden wort, alſoo is oock de boetvaerdigheydt het midden tuſſchen de droef heyt des Sondaers en de liefde Godes, diewelcke is een beweger deſſelven.
Boete of Berou, heeft drie voornaeme deelen, als daer zijn gebrokenheyt des herten, bekenteniſſe, en voldoeninge. Daerom wort de gebrokenheyt des herten, door het treurigh en ſwaermoedigh weſen uytgedruckt. De bekenteniſſe wort gestelt met het geſichte ten hemel opgeſlagen, als of zy van God vergiffeniſſe verſochte. De voldoeninge wort door een rooſter vertoont, ’t welck een inſtrument is, dat tot lichaemelijcke ſtraffe is geſchickt, waer uyt oock de verdienſte van deſe levendige deughd wort afgemeten.