Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants/Pudicitia (1)
← Febre. Koortse | ‘Pudicitia. Kuysheyd, Suyverheyd’ door Cesare Ripa | Castita. Kuysheyd, […] → |
Afkomstig uit Cesare Ripa et al. (1644) Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants, Amstelredam: Dirck Pietersz Pers, p. 262-263. Publiek domein. |
[ 262 ]
Pudicitia. Kuysheyd, Suyverheyd.
MEn ſoude dit Maeghdeken oock wel in ’t groen mogen kleeden, met een Armelijntjen [ 263 ]in de hand, dat een gulde halsband aen den hals ſoude hebben, met een topaes daer aen, gelijck Petrarcha in ’t Zeeghlied van de Suyverheyt ſinght:
’'t Zeeghteycken in dees dappre ſtrijd ſal zijn,
In ’t groene Veld een vvitte Armelijn.
Het groene kleed bediet dat de kuysheyd tot haer ooghmerck heeft, de hoope van die dingen die van I. Chriſto zijn belooft.