[ 59r ]

Dopheide.—Erica tetralix.

Het is volstrekt niet noodig, dat er een echt heideveld in uw buurt is, om u de Dopheide te doen vinden; zij komt van Juli af tusschen 't gras in zandige streken veelvuldig voor, keurige rose kleedjes op den grond uitspreidend, doordat de sierlijke plantjes meestal in groepjes bijeenstaan. Van hoog rose tot wit kunt ge alle tinten vinden op de dichte knikkende hoofdjesachtige schermen der eironde kroesvormige bloempjes, die van boven met hun vier korte tandjes een klein eindje openstaan en 't knopvormig stempeltje doorlaten.

De bloemen staan op de toppen der houtige behaarde stengels, die dicht bebladerd zijn, maar toch een indruk van kaalheid maken, want elk viertal in een krans geplaatste blaadjes neemt maar weinig ruimte in, daar die blaadjes bijna lijnvormig als naaldjes zijn. Langs de randen er van ziet ge lange haren staan, zoodat ze gewimperd zijn, wat ook 't geval is met de vijf of zestandige kelkjes en met de kruidachtige nog al groote schutblaadjes, alle klierachtig behaard, terwijl de bloemsteeltjes den indruk van viltigheid maken door de zachte beharing.

In overgroote mildheid strooit de natuur haar duizenden van deze kleine planten, eigenlijk zeer kleine heestertjes, over dorre misdeelde gronden, zonder te vragen naar bewondering of waardeering en toch alles afwerkend met de teederste liefde, de meest zorgvolle geacheveerdheid. Als ge zoo'n nietig heidebloempje opent, treft u het voltooide van wat daarbinnen is te zien; den aardigen knopvormigen stempel, het vruchtbeginsel, vlak van boven, dat zal uitgroeien tot een veelzadige doosvrucht. en de acht meeldraden met hun forsche donkergekleurde helmknoppen, waaraan ge beneden twee witte tandjes ziet, als kleine sporen afhangend. Als de insecten, op weg naar den honig onder in de bloempjes, zich door de nauwe opening een weg hebben gebaand met hun snuit, moeten zij noodzakelijk die aanhangseltjes in beweging brengen en daardoor het fijne pollen uit de meeldraden doen opstuiven, een inrichting ook voorkomend bij het andere heideplantje van ons land, de van de Dopheide overigens veel verschillende Struikheide.

[ 59v ]

Juni en Juli.



Dopheide.—Erica tetralix.
Fam. Heideachtigen, Ericaceeën


Honigheide, Fijne heide. H. 373.