Rotsgalmen/Op Jonkvrouwe Magdalena Moons
← Aan Leyden | Rotsgalmen (1854) door Willem Bilderdijk | Aan de Onchristenen dezes tijds → |
Uitgegeven in Schiedam door H. A. M. Roelants. |
Op Jonkvrouwe Magdalena Moons, Leydens behoederesse.
Geen bloedig slagzwaard, neen, geen staal is ’t maagdlijk wapen;
De tederheid van ziel, zie daar uw boezemschat,
En schoonheid is ’t geweer waarmeê gy werdt omschapen,
Verwinsters van ’t Heelal, wanneer ge in ’t aanzijn tradt.
Één opslag van uw oog legt woedde en bloeddorst neder;
De bede, uw mond ontvloeid, is onweêrstaanbre dwang:
Dit Egis, eedle MOONS, gaf Holland Holland weder;
Dit stuitte ’t doodlijk uur van Leydens ondergang.
De tederheid van ziel, zie daar uw boezemschat,
En schoonheid is ’t geweer waarmeê gy werdt omschapen,
Verwinsters van ’t Heelal, wanneer ge in ’t aanzijn tradt.
Één opslag van uw oog legt woedde en bloeddorst neder;
De bede, uw mond ontvloeid, is onweêrstaanbre dwang:
Dit Egis, eedle MOONS, gaf Holland Holland weder;
Dit stuitte ’t doodlijk uur van Leydens ondergang.
1823.