Da Costa/Aan Dr. M.J. Verkouteren

AAN DR. M.J. VERKOUTEREN,
MET EEN AFBEELDSEL VAN WILLEM DE CLERQ.

Gy ook hebt hem gekend, dien trouwen boezembroeder,
   op eens ten hemel opgeroepen van mijn zij’,
maar door een liefdegunst van God, den Alvergoeder,
   hoezeer voor ’t oog bedekt, toch steeds mijn geest naby.
O! zoo hym uit de plaats der Overwinningszangen,
   ter eer van ’t vlekloos Lam, wiens bloed de losprijs us,
mijn zoon, by ’t smertvol leed, dat hem en ons moest prangen,
   gezien heeft in uw arm, aanschouwd heeft aan uw disch,
hy heeft op d’ eigen stond, in vaderliefde ontstonken,
   (de liefde stoort zich aan geen afstand, aan geen dood,)
Verkout’ren! ook op U den zegen uitgesproken,
   die voor zijn kroost en ’t mijn’ steeds uit zijn boezem vloot.

      Febr. 1845.