Da Costa/Aan mevrouw de douarière van Calkoen, geb. Van de Poll

AAN MEVROUW DE DOUAIRIÈRE
CALKOEN, GEB. VAN DE POLL,
IN ANTWOORD OP EEN GESCHENK VAN VRUCHTEN.


Neen! den druif van Ipenrode streeft geen moerbei van het Y
noch de heuschheid harer Vrouwe Ruimzichts zwakker zucht op zy.
Maar geen kampstrijd, zelfs van heuschheid, werd van weêrzy ook bedoeld.
Slechts by ’t uiten van een vriendschap, vast gegrond en diep gevoeld,
t’ zaam genieten van den rijkdom van eens Scheppers heerlijkheid,
t’ zaam verheffen van de liefde van een Heiland, neêrgeleid
in ’t omhulsel van den wijngaard, van den wijnstok, van den wijn,
die van hooge heilgeheimen teedre zinnebeelden zijn.

      1847.