Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants/Gioventu (1)

Va­ni­ta. Ydel­heyt Gio­ven­tu. Jeughd of bloem der Iae­ren’ door Ce­sa­re Ri­pa Gio­ven­tu. Jeughd
Afkomstig uit Cesare Ripa et al. (1644) Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants, Amstelredam: Dirck Pietersz Pers, p. 213-214. Publiek domein.
[ 213 ]

Gioventu. Jeughd of bloem der Iaeren.

EEn lichthertigh Iongelingh, gekleedt in verſcheyden verwen, met een krans van ſlechte bloemen, hebbende van d’eene ſyde een Windhond, en van d’ander ſyde een welgeſadelt Paerd, ſtaende als of hy mette rechter hand geld ſtroyde. [ 214 ]
Nae dat Ariſtoteles ſeght, is de Ieughd dees Ouder die van twintigh Iaeren begint tot vijf en dertig toe: in welcke tijd de Menſch verſtand heeft, en alles nae de Deughd kan aenleggen: Maer door de friſcheyt en hettigheyt des bloeds, is alle ſijn luſt nae dingen, die in de ſinnen vallen: en oock werckt de Reeden niet in de Deughd, dan met groote tegenſtand, ’t zy door de begeerlijckheyt of door de treck van eere.

Lichthertigh wort hy met de Dieren aen de ſyde geſchildert, en met het bewijs van ’t geld ſtroyen, om de beſondere genegentheyt van den Iongelingh uyt te drucken: ’t welck is om lichthertigh, een lief hebber van der Iagt, en een geldverquiſter te weſen: gelijck Horatius in ſijne dichtkonſt uytdruckt:

Hier met een Valck of Hond, daer met een paerd ter Iagt,
Lichthoofdigh, ſonder raed, die ’s Vaeders raed veracht:
Verſmaeder van het goed, verquiſter en hoveerder,
Vol opgeblaſen tocht, een ſlemper en verteerder.

De verſcheydentheyt van verwen, bedieden de menighvuldige veranderingen van de gedachten en jeughdige voorſtellingen: Daerom wort hy met een ſlechte bloemekrans, ſonder vruchten, gekroont, om te vertoonen, dat de Iongelingen begeeriger zijn op de ſchoonheyt en den ſchijn, als op het noodige, en ’t geene in der daed, goed is.