De nieuwe beweging in de schilderkunst/XIII
De nieuwe beweging in de schilderkunst |
---|
I - II - III - IV - V - VI - VII - VIII - IX - X - XI - XII - XIII - XIV - XV - XVI - XVII - XVIII - [afbeeldingenkatern] |
[p. 36]
Peinture. . . un art étonnant et dont la
la lumière est dans limites.
GUILLAUME APPOLLINAIRE
De schilders van dezen tijd, — dat zijn zij die deel hebben aan de stichting eener nieuwe kunst-cultuur —, zoeken het Algemeene. Dit Algemeene is datgene, wat ik in de vorige hoofdstukken, met betrekking tot de schilderkunst het beeldende genoemd heb. Wanneer we van een historisch kunstwerk alle practische, naturalistische (perspectievische, anatomische enz.) of tijd-lijke elementen verwijderen, houden wij de zuiver beeldende elementen over. Deze elementen vormen de beeldende compositie. Deze compositie is zuiver aesthetisch,*) niet aan tijd gebonden en drukt daarom de innerlijke schoonheid van de schilderij zelf uit, het aesthetisch wezen n.l.
Dit blootleggen van het aesthetisch wezen nu, is het voornaamste beginsel der Nieuwe Schilderkunst. Hiervan stamt de uitdrukking „abstract”, waarmee voornamelijk bedoeld is: afgetrokken van het naturalistische, practische, nationale, groot genomen: van het bijzondere. In tegenstelling met de schilderkunst der traditie waarin het verbizonderen hoofdzaak was, is in de schilderkunst van onzen tijd het veralgemeenen, d.i. het ontblooten van het rein-aesthetische of beeldende, het voornaamste. Dit nu heeft de schilderkunst op een hooger plan gebracht, haar als aesthetische uitingswijze zelfstandig gemaakt en tal van mogelijkheden geopend. Het is de ontwaking van het aesthetisch bewustzijn in de schilderkunst, het naar alle zijden uitzetten harer grenzen en het bereiken eener innerlijke schoonheidsuitdrukking.
Wanneer wij thans schoonheids-vreugde beleven aan een werk van Egyptische, Perzische of Chineesche kunst, dan komt dat omdat wij er ons zonder bijoogmerken (als nationale, practische, religieuze enz.), voor openstellen. Wij ondergaan het als product, om zijn zelfs wille. Het heeft door den tijd vele zijner practische elementen verloren en staat nu voor ons als tijdloos aesthetisch gewrocht. Als zoodanig is
——————
*) Dit „zuiver aesthetisch” is hier in geheel nieuwen, natuurlijk niet in dogmatisch-academischen zin gebruikt.
[p. 37]
het voor alle tijden schoon, omdat het aesthetische of algemeene buiten tijd is. Voor de tijdgenooten was zulk een product niet volkomen aesthetisch te genieten, omdat het beeldend genoegen, de vreugde der innerlijke schoonheid verloren ging in de religieuze sfeer, die nagenoeg de aesthetische sfeer verstikte.
Thans, nu het rein-aesthetische in volstrekten vorm tot uitdrukking komt, wordt het mogelijk in eigen tijd schoonheidsvreugde te beleven aan een werk van kunst, dat geen andere bedoeling heeft dan de ziel te verrijken door en te bevruchten met geestelijke schoonheidsontroeringen.
Om deze hoogte te bereiken moesten de schilders eerst het middel veroveren en beproeven. Dit hebben dan de impressionisten, luministen, symbolisten en kubisten gedaan. In toepassing kwam de schilderkunst als zelfstandig beeldende kunst bij den Rus Wasili Kandinsky. Het geheele werk van dezen oprechten, edelen werkman is gegrond op het zoeken en ten slotte ook vinden van het Algemeene of rein-aesthetische in de dingen. Door de natuur heen is hij boven de natuur uitgekomen aan het grenzenlooze rijk van het rein-beeldende.