Het Geuzenliedboek
Geuzenliederen zijn, formeel gesteld, liederen die gezongen worden door geuzen.
In de loop van de zestiende eeuw, toen ook de oorlog tegen Spanje begon, ontstonden de geuzenliederen. Daarin werd niet alleen gereageerd op de geloofsstrijd, maar ook op het verloop van de Opstand. De geuzenliederen hadden de vorm van historieliederen over de heldendaden van de geuzen, geestelijke liederen, maar ook spot- strijd- en schimpliederen. Ze werden geschreven op oude, bekende en populaire melodieën. Meestal werden ze gedrukt op losse bladen en voor weinig geld verkocht. Een aantal liedjes afkomstig van deze liedbladen werd op een gegeven moment verzameld, net als de martelaarsliederen. Een drukker of uitgever stelde een bundel samen met de titel Geusen lieden boecxken en dat initiatief werd snel nagevolgd. In totaal zijn er 33 vermeldingen van gedrukte geuzenliedboeken bekend. Het eerste liedboek stamt waarschijnlijk uit 1574, maar is verloren gegaan, net als een late druk uit 1748. De oudst bekende druk van het Geuzenliedboek werd gemaakt in 1577-78, het laatst bewaarde boek in 1687. De geuzenliedboeken werden vooral gedrukt in de Hollandse steden: Amsterdam, Dordrecht, Den Haag, Delft, Enkhuizen, Utrecht en Haarlem. Dat gebeurde in het geheim.
De liederen die hier genoemd zijn, komen uit het Geuzenliedboek van 1581.
Liederen
bewerken- Totten goedthertigen sanger
- Een nieu liedeken op de wyse: Adieu Pieronne, ende Tervane
- Hier beginnen de liedekens van Paepken uut
- Een nieu liedeken op de wijse: Swinters Somers even groen
- Een liedeken gemaeckt by M. Arent Dicxs. Vos, in zijn leven pastoor inde Lier
- Een nieu liedeken op die wijse: Vader onse in Hemelrijck
- Oorlof liedt van M. Jooris Silvanus, aende verstroeyde ghemeynte van Antwerpen
- Als nu Madamme van Parma met het hof door den Spaenschen Raedt, de benden van ordonnantie versien, de garnisoenen verdobbleert, een ontallijck crijchsvolck soo bedectelick als sij mochten vergadert hadden, hebben sy het roemen ende lachen der Geusen, voor een tijdt lanck in bitteren claghen verandert, als volcht
- Een nieuw Christelick liedt, ghemaect ter eeren des Doorluchtichsten Heeren, Heere Wilhelm Prince van Oraengiën, Grave van Nassou, Patris Patria, mijnen G. Forsten ende Heeren, waer van deerste capitael letteren van elck veers syner F.G. name metbrengen
- Na dat Duckdalve het zeem door den mont ghestreken hadde metten pardon, heeft hy willen de wolle beginnen te plucken door den thienden penninck
- De Prince van Oraengiën ten tweeden mael wederom int lant comende, worden de steden vermaent hem bystant te doen
- Een claech-liedeken van den Grave van Bossu, ende voornemelijck doen hy met sijn schip, de inquisity, gevangen was, ende binnen Hoorn gebrocht werdt, daer hun beter ghenade gheschiede als hy binnen Rotterdam hadde gedaen
- Een nieu liedeken van Duckdalba
- Een liedt van de ontsettinghe der vromer stadt Leyden
- Een nieuw liedeken, waerin de Coninck van Spaengiën claecht over de Nederlanden, ende hun antwoort daer teghen
- Een nieuw liedeken, tot loff Zijnder Excelentie