De drie prinsen van Serendip/Novella 1 - Maandag
← Proloog | De omzwervingen van drie jonge zonen van de koning van Serendip. (1557) door M. Cristoforo Armeno, vertaald door Mark van Roode, Translatihan, vertaling Wikisource | Novella 2 - Dinsdag → |
[ 23v ]Novella 1 - Maandag
IN het land Becher woonde een wijze en behoedzame Moslimkeizer die vier vrouwen had: een was de dochter van zijn oom en de andere drie waren dochters van grote vorsten. En omdat hij een zeer geleerde man was, verleende hij veel gunsten en grote tekenen van genegenheid aan getalenteerde mannen. En wanneer hij vernam dat zulke mannen toevallig in zijn land waren, werden ze door hem geëerd met prachtige en rijke geschenken. Daarom was er altijd een groot aantal van zulke mannen om hem heen met wie hij tijd doorbracht, wanneer hij vrij was van openbare taken, en verschillende en deugdzame onderwerpen besprak. Op een dag had hij een gesprek met een uitstekende filosoof, die naar verluidt eindeloze wetenschappelijke kennis had over de prachtige en bewonderenswaardige wonderen van de natuur. Hij vroeg of hij hem enige wonderbaarlijke bevindingen wilde vertellen, aangezien hij mocht geloven dat hij vanwege zijn hoge leeftijd en uitgebreide kennis van hem enkele opmerkelijke dingen kon leren.
Hierin vergiste hij zich niet, want de filosoof die hem graag een plezier wilde doen, zei: “Sire, aangezien ik uw verlangen zie om meer te weten te komen over een wonderbaarlijk geheim van de natuur, wil ik u iets vertellen dat ik nog nooit eerder in mijn hele leven heb gezien, noch zoiets belangrijks heb geleerd. Nog niet zo lang geleden was ik toevallig in de westelijke landen, waar ik naar toe gegaan was wat te leren, omdat men mij had verzekerd dat er in deze landen veel mannen leefden met een hoog en nobel intellect. [ 24r ]Ik was in het gezelschap van een wijze en geleerde jongeman met wie ik van deze naar gene stad ging. We bespraken onderweg de opmerkelijke dingen van de natuur en op een dag vertelde hij me dat hij iets wonderbaarlijkst wist dat elk ander te boven ging. Wanneer hij maar wilde, kon hij een dier van welke soort dan ook doden, en als hij dan enkele woorden boven het lichaam van het dode dier sprak drong zijn eigen vitale geest het lichaam van het dier binnen en liet zijn eigen lichaam voor dood achter terwijl het gedode dier tot leven kwam met zijn geest. Hij kon in het dier verblijven zo lang als hij maar wilde. Wanneer hij terugkeerde met het lichaam van het dier naar het zijne en dezelfde magische woorden sprak, zou zijn levensgeest zijn lichaam weer binnendringen en zoals voorheen, zou het irrationele dier dood neervallen en zou hij terugkeren naar zijn voormalige toestand. Dit leek mij onmogelijk en toen hij zag dat hij moeite had om mij te overtuigen, bewees hij het in mijn bijzijn. Omdat ik nog nooit een groter wonder dan dit had gezien, had ik een brandend verlangen om het te leren. Ik onderhield daarom een langdurige relatie met de jonge man, en omdat ik hem constant smeekte, stelde hij me na een lange tijd tevreden door het te onthullen."
Nadat de filosoof dit aan de Keizer had verteld, zei deze: "Hoe kunt u me ervan overtuigen als ik dit wonder onmogelijk acht zonder het bewijs ervan te zien?"
De filosoof antwoordde: "Nou, laten we het experiment doen, zodat u het gemakkelijk zult geloven." [ 24v ]Laat me hier een irrationeel dier brengen, zodat ik het u allemaal zal laten zien.
“Daarop beval de Keizer onmiddellijk een mus te zoeken, en gaf het aan de filosoof, die het verdronk, en op de grond gooide. Met zachte stem sprak hij er een paar woorden over, waarna hij onmiddellijk dood op de grond viel, en de herleefde mus door de kamer, waar ze waren, begon te vliegen en na een lange tijd keerde het terug naar het lijk van de filosoof, en zong over hem totdat hij werd gereanimeerd terwijl de mus daar dood bleef, zoals voorheen. De Keizer had eindeloze bewondering voor deze demonstratie, en net als de filosoof, verlangde hij er vurig naar om zo'n geheim te leren. Hij vroeg het de filosoof met gegenheid, die niet wist of hij kon weigeren het hem in zijn geheel te openbaren.
Toen hij vervolgens het geheim van het mysterie onder de knie had, liet hij bijna elke dag een vogel brengen, die hij doodde, en toen zijn geest erin overging, werd zijn eigen dode lichaam voor dood achtergelaten. En nadat hij zich zoveel had geamuseerd als hij wilde, reanimeerde hij zichzelf door zijn geest weer in zijn lichaam te laten terugkeren terwijl hij de vogel dood achterliet. En met deze vaardigheid ontdekte hij de innerlijke gedachten van veel van zijn vazallen, en hij strafte de kwaadwilligen en beloonde de goeden met vele gaven en handhaafde zijn koninkrijk in opperste rust.
Zijn raadsman begon zich van dit feit bewust te worden, en omdat hij wist hoe dierbaar hij zijn vorst was, besprak hij op een dag met hem hoe bekwaam hij was geworden in deze kunst, en hij vertelde [ 25r ]en liet hem zien dat hij op de hoogte was van al zijn geheimen (dankzij hem), en smeekte hem eindeloos zijn geheim aan hem te onthullen. Omdat de Keizer erg op hem gesteld was en daarom op enigerlei wijze bereid was hem een plezier te doen, vertelde hij hem het geheim.
Toen de raadgever het experiment onmiddellijk deed, realiseerde hij zich dat hij het heel goed onder de knie had. Toen hij op een dag samen met zijn Heer op jacht was en ze op enige afstand van de anderen in elkaar’s gezelschap waren, kwamen ze twee hinden tegen die ze doodden. En het kwam de raadgever voor dat dit een uitstekende gelegenheid was om een slechte gedachte uit te voeren die zijn duistere geest al een tijdje broedde.
“Wel, Sire,” zei hij tegen de Keizer. "Omdat we ver verwijderd zijn van het gezelschap, waarom laten we dan niet onze geest in de twee hindes gaan en amuseren we ons door wat rond deze groene heuvels te dartelen?"
"Zeker, antwoordde de Keizer, je hebt een goed idee, en zouden we niet veel plezier kunnen hebben met dit vermaak?" En nadat hij deze woorden had gezegd, steeg hij van zijn paard af en bond het aan een boom. Hij ging onmiddellijk naar een van de dode hindes en sprak de geheime woorden en toen zijn geest de hinde binnenging, werd zijn lichaam daar voor dood achtergelaten.
Toen de raadsman dit zag, stapte hij onmiddellijk van zijn paard af. Hij deed er geen moeite voor om het aan een boom vast te binden, haastte zich naar het lijk van de Keizer en sprak eveneens de geheime woorden erover uit. Hij liet zijn eigen lichaam voor dood op de grond achter en ging met zijn geest in dat van de keizer. [ 25v ]Hij klom op het paard van de Keizer en keerde terug naar het jachtgezelschap. En hij snelde naar de stad, met het lichaam en de vorm van de vorst, en hij werd door iedereen vereerd als de Keizer.
En nadat hij bij het koninklijk paleis was aangekomen, vroeg hij een aantal van de baronnen of ze nieuws hadden over de raadgever om de man te vinden. En hij liet zien dat hij erg bedroefd was en deed voor alsof hij geloofde dat, sinds hij was afgedwaald van het jachtgezelschap, verslonden was door een wild dier in het bos.
Nu hij het keizerrijk bestuurde en regeerde deed hij alles de echte Keizer altijd deed. Maar omdat de Almachtige God er niet van houdt dat er op lange termijn bedrog kan plaatsvinden, en omdat hij intiem was geweest met drie van de vrouwen van zijn Heer, wilde hij ook zijn met de dochter van de oom van de Keizer. En toen hij de vierde nacht na haar terugkeer van de jacht naast haar lag, merkte ze dat hij haar anders streelde dan de keizer vroeger. Ze kende het geheim van haar heer om zijn geest in het lichaam van een dood dier te laten gaan, en herinnerde zich dat de raadgever na de jacht nooit meer was gevonden. Omdat ze een zeer intelligente vrouw was, realiseerde ze zich onmiddellijk het bedrog dat bij de Keizer was opgekomen. Hoewel de raadgever nu het lichaam van de Keizer had, verliet ze toch onmiddellijk het bed. [ 26r ]Ze verborg dat ze vermoedde dat er bedrog was gepleegd en zei tegen hem: "Sire, even voordat u naast mij lag, had ik een groot en afschuwelijk visioen waarover ik u momenteel niet mag vertellen. Ik heb daarom besloten in de toekomst kuis te leven, en smeek u, alsubelieft, om niet bij me te komen om intiem te zijn. Als u me niet tegemoet wilt komen, zou ik mezelf doden, in plaats van aan u toe te geven.
Deze woorden gaven de valse Keizer veel misnoegen. Niettemin, aangezien hij hartstochtelijk van die vrouw hield en bang was dat ze zelfmoord zou plegen, onthield hij zich ervan om intiem met haar te zijn en stelde hij zichzelf tevreden door haar te zien en met haar te praten. Hij oefende echter alle andere aangelegenheden van het keizerrijk uit als men van de ware en rechtvaardige Keizer gewend was.
Terugkerend naar de keizer, die in een hinde was veranderd en door allerlei tegenslagen werd getroffen. Hij werd voortdurend achtervolgd door mannelijke herten en vaak hevig aangevallen door andere wilde dieren. Hij besloot aan deze tegenslagen te ontsnappen door in zijn eentje rond te dwalen om zich van andere dieren te verwijderen.
Op een dag vond hij op het platteland een papegaai die kort daarvoor was gestorven. En hij overtuigde zichzelf ervan dat hij een minder onrustig bestaan zou hebben als hij met zijn geest zijn dode lichaam zou binnengaan. Hij sprak de magische woorden over het lijk en onmiddellijk lag de hinde dood op de grond en werd hij de papegaai. [ 26v ]En hij voegde zich bij vele andere papegaaien die waren gevangen in een net dat was uitgestrekt door een vogelman uit de hoofdstad. En hij stelde zich voor dat als hij zich liet vangen, hij naar zijn vroegere staat kon terugkeren. Hij plaatste zichzelf op een geschikte plaats waar hij door het net kon worden bedekt en daarbij samen met vele andere vogels en papegaaien gevangen kon worden, en samen met de anderen in een grote kooi kon worden gestopt. En toen de vogelvanger zijn net weer uitstrekte, omdat hij begiftigd was met rede en intelligentie, greep hij met zijn bek de pin die de kooi dicht hield en opende deze. Alle andere vogels vlogen weg en hij bleef alleen in de kooi achter.
Het duurde niet lang voordat de vogelvanger terugkeerde naar de plaats waar de kooi was geplaatst, en hij zag dat de vogels waren gevlucht en dat het dagelijkse werk tevergeefs was geweest. Het was allemaal misgegaan en toen hij de kooi naderde om de toegangsdeur op slot te doen, zodat de papegaai die daar achterbleef niet zou ontsnappen, werd hij getroost door zijn wijze en behoedzame woorden. Dit verraste hem enorm en hoewel het onmogelijk leek dat een pas gevangen papegaai zo verstandig kon redeneren, troostte hij zichzelf door te denken dat hij veel geld met hem kon verdienen. Dus bleef hij met hem praten en toen hij bemerkte dat hij hem behoedzaam antwoordde, verzamelde hij zijn netten, legde ze weg en ging onmiddellijk met de papegaai naar de stad. [ 27r ]En door onderweg een groot aantal dingen met hem te bespreken, overwoog hij hoe wijs en intelligent het dier redeneerde, en hij begon te geloven dat hij met hem grote rijkdom zou kunnen verwerven.
Nu kwam hij aan in de stad, en toen hij over het plein liep, werd hij opgewacht door enkele vrienden van hem, en terwijl hij stopte om met hen te praten, was er een groot tumult niet ver van hen en toen de papegaai zijn meester vroeg: wat het lawaai was, kreeg hij te horen dat er een beroemde en mooie hoer was die had gedroomd dat ze de nacht ervoor had doorgebracht met een heer uit de stad die ze op het plein had ontmoet. Ze greep hem bij zijn kleren en eiste honderd scudi. Ze vertelde hem dat ze nog nooit met een man was geweest voor minder geld. Er ontstond een tumult toen de heer hier niet mee wilde instemmen.
Nadat de papegaai dit had gehoord, zei hij: "Het is echt erg, meester, dat ze zo hevig ruzie maken. En als u mij met u mee laat gaan, geloof ik dat ik ze zeker kan verzoenen." Omdat hij wist hoe behoedzaam de begaafde papegaai was, gaf de vogelvanger de kooi met hem erin aan een van zijn vrienden die hij op het plein had ontmoet. Er was veel tumult toen ze daar aankwamen. En met woorden die het tumult tussen de heer en de hoer enigszins verklaarden, hield hij ze bij de hand en leidde ze voor de papegaai, terwijl hij zei: [ 27v ]"Als u bereid bent om dit dier toe te staan een oordeel te vellen over uw meningsverschil, verzeker ik u dat hij u een eerlijk oordeel zal geven." De toeschouwers bespotten deze woorden omdat het hun onmogelijk leek dat een irrationeel dier kon doen wat de vogelvanger had gezegd.
De heer die zo'n wonder wilde zien, sprak de hoer als volgt toe: "Als u het ermee eens bent," zei hij, "zal ik te goeder trouw instemmen met het oordeel van de papegaai over het geschil tussen ons." De hoer was het er ook mee eens. Ze naderden de kooi, waarop de papegaai hen eerst ondervroeg over hun verschillen. Nadat hij hun getuigenis had gehoord en ze ermee instemden zich te houden aan het oordeel dat hij over hen zou geven, beval hij dat er een grote spiegel voor zijn kooi moest worden geplaatst. Dit werd onmiddellijk uitgevoerd; de spiegel werd voor hem op een tafel neergezet en zijn meester die ervoor stond, kreeg te horen dat hij hem rechtop moest houden. De papegaai richtte zich vervolgens tot de heer en vertelde hem onmiddellijk de honderd scudi die de hoer hem vroeg te betalen op tafel te leggen.
De hoer was buitengewoon blij en opgewekt, in de overtuiging dat ze haar portemonnee ermee kon vullen, en de heer betaalde het geld met tegenzin uit voor de spiegel. "En u, mevrouw," zei de papegaai, raak de scudi niet aan die u op de tafel ziet liggen, maar in plaats daarvan die stapel van honderd scudi die u in de spiegel ziet. Want als u met de heer in een droom was, is het alleen maar terecht dat de compensatie waar u om vroeg ook droomachtig is. [ 28r ]De mensen die daar verzameld waren, waren verbaasd over het oordeel en konden nauwelijks geloven wat ze met hun ogen zagen, dat een dier zonder reden dit oordeel met zoveel behoedzaamheid had uitgesproken. Hierdoor werd de naam van de papegaai in de hele stad bekend en beroemd.
Toen dit nieuws de oren van de Keizerin bereikte, oordeelde ze dat de geest van de Keizer, haar echtgenoot, in het dier verbleef, dat met zoveel reden en behoedzaamheid begiftigd was, en ze beval dat de papegaai en de vogelvanger onmiddellijk tezamen voor haar moesten worden gebracht. De ministers kregen de opdracht om het bevel uit te voeren en toen de vogelvanger bij het koninklijk paleis aankwam, werd hij onmiddellijk voor de keizerin gebracht.
Ze ondervroeg de vogelvanger uitvoerig over de vangst van het dier en zijn kwaliteiten. Ze maakte hem duidelijk dat als hij de vogel aan haar zou verkopen, hij zo'n beloning zou krijgen dat hij niet langer een vogelvanger hoefde te zijn.
Na de woorden van de Keizerin zei hij: 'Mevrouw, de vogel, en ik staan ter uwer beschikking, en de grootste gunst die ik van u kan vragen is dat u de vogel als een geschenk van mij ontvangt omdat ik uw dankbaarheid meer waardeer dan enige grote rijkdom die ik ermee zou kunnen verwerven."
De Keizerin had grote bewondering voor deze woorden en kon nauwelijks geloven dat de vogelvanger met zo'n nobele ziel was begiftigd. [ 28v ]Ze accepteerde de papegaai en regelde onmiddellijk dat hij vijfhonderd scudi per jaar zou krijgen als compensatie voor zijn immense vrijgevigheid. Ze liet een rijke en eerbare kooi maken waarin de vogel werd gezet, en liet hem in haar kamer plaatsen en het grootste deel van de dag besprak ze verschillende zaken met hem.
Nu verbleef de papegaai al twee maanden dag en nacht bij de Keizerin en hij had nog nooit gezien dat de valse Keizer met haar naar bed was geweest, wat hem erg gelukkig en opgewekt maakte, ondanks de ellendige toestand waarin hij zich bevond. Terwijl hij op een ochtend met haar aan het praten was toen ze alleen in haar kamer was, zei de Keizerin: "Ik begrijp het echt wel, wijs en voorzichtig dier, omdat je zo intelligent en behoedzaam met me praat over verschillende dingen, dat ik mezelf er niet van kan overtuigen dat je irrationeel bent. Inderdaad, ik ben er zeker van dat je de geest bent van een nobel persoon, en je hebt jezelf in een papegaai veranderd door zwarte kunsten. Dus als dit waar is, vraag ik je vriendelijk om bereid te zijn om het aan me te onthullen."
Toen de Keizerin deze woorden uitsprak, kon de papegaai niet langer verbergen wie hij was vanwege de liefde die hij voor deze vrouw voelde. Hij vertelde haar de hele geschiedenis vanaf het begin, en de reden waarom hij zo ellendig en ongelukkig was vanwege de boosaardigheid en ontrouw van de raadgever. De Keizerin antwoordde dat ze zelf aan de ongebruikelijke manier waarop ze werd gestreeld had opgemerkt dat hij een valse Keizer was, [ 29r ]en zodra ze intiem met hem moest zijn, maakte ze hem duidelijk dat ze in plaats daarvan zelfmoord zou plegen.
"Als u wilt," zei de papegaai, "kunt u alles verhelpen en me naar mijn vroegere staat terug laten keren en wraak nemen op de slechte en verraderlijke raadgever." Ze antwoordde dat ze dit vooral verlangde en smeekte hem haar te vertellen hoe dit gerealiseerd kon worden.
"In de toekomst," antwoordde het dier, als de valse Keizer u met mijn lichaam wil benaderen, laat hem dan zien dat u gelukkig en opgewekt bent door hem te gaan strelen. "Zeker," zeg hem, "ik kan mezelf beschouwen als de ongelukkigste vrouw ter wereld en ik sterf van pijn, omdat ik zoveel van u houd, en ik niet van u kan genieten, zoals vroeger, omdat ik wantrouwend ben, als ik eraan denk, dat het zo lang geleden is dat ik uw geest in het dode lichaam van een dier zag overgaan en u daarmee te vermaken." "Dus, om geen andere reden dan om intiem met u te zijn, en in de overtuiging dat om u onmiddellijk tevreden te stellen, hij u moet bewijzen dat hij de ware Keizer is, zal hij zijn geest in een dood dier laten overgaan wat ons de kans geeft om zijn verraad volledig te kunnen wreken." "Als hij dit doet, open de kooi voor mij, en ik vlieg over mijn dode lichaam en keer terug met mijn geest erin. [ 29v ]Ik zal mijn vroegere toestand hebben hersteld en in de toekomst zullen we een gelukkig en vredig leven leiden.”
Toen het dier deze woorden had uitgesproken, volgde de Keizerin onmiddellijk zijn advies. Toen de valse Keizer op de avond van dezelfde dag haar kamer binnenkwam en met haar over verschillende dingen sprak, begon ze hem te vertellen wat de papegaai haar had opgedragen.
Waarop hij, die niets meer verlangde dan haar dankbaarheid en liefde, tegen haar zei: "Mevrouw, waarlijk, te lang is er u en mijzelf een groot onrecht aangedaan. Daarom, als dit de reden was dat mijn persoon argwaan wekte, is het pas nu dat ik begrijp dat ik in u zo'n twijfel heb veroorzaakt. Maar laat nu terstond een kip naar mij brengen en ik zal u laten zien dat u tot nu toe enorm bedrogen bent."
En dit bevel werd onmiddellijk uitgevoerd en een levende kip werd de kamer binnengebracht. En toen de anderen waren weggestuurd, sloten ze zichzelf op in de kamer, alleen met de papegaai. De valse Keizer wurgde de kip met zijn eigen handen en sprak de magische woorden over het lichaam. Zijn geest ging erin over terwijl hij zijn eigen lichaam voor dood op de vloer achterliet.
Waarop de Keizerin, die dit zag, prompt de kooi opende, en de papegaai, terwijl hij over het lijk van de Keizer vloog, zijn geest erin liet gaan door middel van de magische woorden, en de papegaai dood bleef. [ 30r ]Dit verheugde de Keizerin buitengewoon en huilend hield ze de ware Keizer, haar echtgenoot, in een lange omhelzing. Toen ze de kip hadden gevangen, die wegliep toen ze haar ongeluk zag, hakten ze haar kop af en gooiden haar in het vuur dat in de kamer was. Niets van dit alles werd door iemand van het hof gezien, en in de veronderstelling dat de papegaai dood was, verlieten ze de kamer. En de volgende dag werd er een groot feest gearrangeerd voor de dames en de heren van het hof.
Daarna stuurde de Keizer zijn drie andere vrouwen weg en behield de ene, de dochter van zijn oom. En na zoveel rampen herwon hij zijn rijk en leefde hij met zijn vrouw een lang en gelukkig leven in opperste rust.
Nadat de verteller zijn verhaal had beëindigd, schonk Beramo hem kostbare geschenken, omdat hij enorm genoten had van de gebeurtenissen in het verhaal. Hij kreeg toestemming om te vertrekken en keerde als een rijk man naar zijn vaderland terug.
Beramo was nogal geamuseerd door het verhaal dat hem werd verteld, en begon te geloven dat het advies van de jonge mensen hem hielp te verjongen. Op hun aanbeveling werd hij dinsdagochtend vroeg naar het tweede paleis gebracht, dat helemaal versierd was met paars, en in een bed gelegd. Zijn hele hofhouding en hijzelf waren in dezelfde kleur gekleed. Hij liet de jonkvrouw van de tweede regio in zijn aanwezigheid brengen en na een tijdlang met haar veel dingen te hebben besproken, gaf hij opdracht de tweede verteller te laten komen.
Hij kwam voor hem, kuste zijn hand en kreeg van de raadgever opdracht om zijn verhaal te vertellen. Daarop begon hij spoedig als volgt: