Hoofdportaal:Beeldende kunst/Schilderkunst/Jheronimus Bosch/Inleidingen

Jheronimus Bosch; inleidingen
Uitsnede van Het schilder-boeck van Karel van Mander
Uitsnede van Het schilder-boeck van Karel van Mander
Dit is een overzicht van alle op Wikisource aanwezige inleidingen over de Zuid-Nederlandse schilder Jheronimus Bosch.

Hier alleen vroege literatuurvermeldingen (voor ca. 1850), tijdschriftartikelen, lexiconartikelen en andere niet-zelfstandige publicaties, alsook lezingen met algemene inhoud. Voor monografieën, zie Hand- en leerboeken

  • Ludovico Guicciardini (1567) Description de tout le Païs Bas, Anvers: Guillaume Silvius.
    Vermelding ‘Jeroſme Boſch de Boiſleduc, inuenteur tres noble & admirable de choses fantaſtiques, & biſares’ (p. 132)
  • Giovanni Paolo Lomazzo (1584) Trattato dell'arte della pittura, scoltura et architettura, Milano: Paolo Gottardo Pontio.
    Vermelding van ‘Girolamo Boſchi Fiamengo, che nel rappreſentare ſtrane apprarenze, & ſpauenteuoli, & orridi ſogni, fu ſingolare, & veramente diuino’ (p. 350).
  • “Hieronymo Boschio, pictori”, in: Dominicus Lampsonius (1600) Pictorium aliquot celebrium Germaniae inferioris effigies, Antwerpen: Th. Galle.
  • “T’leven van Ieronimus Bos”, in: Carel van Mander (1604) Het Schilder-Boeck, Haerlem: Paschier van Wesbvsch, fol. fol. 216v-217r.
  • José de Sigüenza (1988) La fundación del monasterio de El Escorial, Madrid: Aguilar, ISBN 84-0388-002-2.
    Een in 1605 geschreven beschouwing van Bosch door de Spaanse schrijver Fray José de Sigüenza
  • “Hieronymvs Bosch Pictor”, in: Petrus Opmeerus en Laurentius Beyerlinck (1611) Opvs chronographicvm orbis vniversi a mvndi exordio vsqve ad annvm MDCXI [...], Antverpia: Hier. Verdussius.
  • Florentyn le Comte (1761) Het Konst-Cabinet der bouw- schilder- beeldhouw- en graveerkunde. II. Deel, Dordrecht: Abraham Blusse, pp. 10-11.
  • Antonio Ponz (1788 [1773]) Viage de España. Tomo II [derde druk], Madrid: Joachin Ibarra, pp. 231-233. Zie Google Books.
  • Juan Augustin Caen Bermudez (1800) Diccionario historico de los mas illustres profesores de las bellas artes en España. Tomo primero, Madrid: Imprenta de la viuda de Ibarra, p. 172-175. Zie Google Books.
  • [C.R. Hermans] (1862) ‘De kunstschilder Hieronymus van Aeken of Bos, en de bouwmeester en plaatsnijder Alard du Hamel’, Handelingen van het Provinciaal genootschap van kunsten en wetenschappen in Noordbrabant, over het jaar 1861, p. 60-74.
  • J.C.A. Hezenmans (1874) ‘Hieronymus van Aken’, Onze wachter, deel 2, p. 1-35.
  • J. van Vloten (1874) Nederlands schilderkunst, Amsterdam: P.M. van Kampen & Zn., p. 64-66.
  • H. van Loo (1886) ‘Hieronimus van Aken, genaamd Hieronimus Bosch’, Kunstkronijk, N.S. [= 3e serie], jrg. VI, p. 120-124.
  • J.C.-A. Hezenmans (1888) ‘Hiëronymus van Aken’, Dietsche Warande, N.R. [= 2e serie], Eerste jaargang, p. 293-302.
  • Hermann Dollmayr (1898) ‘Hieronymus Bosch und die Darstellung der vier letzten Dinge in der niederländischen Malerei des XV. und XVI. Jahrhunderts’, Jahrbuch der kunsthistorischen Sammlungen des allerhöchsten Kaiserhauses, neunzehnter Band, pp. 284-343. Zie Heidelberger historische Bestände.
  • W. Cohen (1910) ‘Hieronymus Bosch’, in: Ulrich Thieme en Felix Becker (red.), Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler von der Antike bis zur Gegenwart, Bd. 2, Leipzig: W. Engelman, pp. 386-390.
  • А. Трубников (maart 1911) « Демонизм Иеронимуса Босха », Аполлон (Apollon), [2e jaargang, nr. 3], p. 7.
  • M.J. Friedländer (1914) ‘Hieronymus Bosch’, Sitzungsberichte der Kunstgeschichtlichen Gesellschaft, Bd. VI, p. 25-28.
  • Carlo Justi (juni 1914) ‘Jerónimo Bosch’, La España Moderna, 26e jaargang, nr. 306, p. 5-41.
  • A.L. Romdahl (1921) ‘Hieronymus Bosch’, Konsthistoriska sällskapets publikation, p. 31-49.
  • A. Vermeylen (1922) ‘Van Jan van Eyck tot Hieronymus Bosch’, De Stem, jrg. 2, deel 1, p. 423-438, 481-502, m.n. 499-502.
  • Aug. Vermeylen ([s.a.]) Van Jan van Eyck tot Hieronymus Bosch, [s.l.: s.n.].
  • W. Schürmeyer (1926) ‘Hieronymus Bosch’, Opgang, jrg. 6, p. 49-51.
    Aankondigingen en recensies:
    • Anoniem (18 januari 1926) ‘Opgang’, De Tijd, Tweede blad, [p. 3].
  • C.F.Xav. Smits (15 maart 1930) ‘Jheroen Bosch’, Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbossche Courant, derde blad, [p. 1].
    Reactie:
    • H.J.M. Ebeling (17 maart 1930) ‘Jeroen Bosch’, Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbossche Courant, eerste blad, [p. 3].
      Reactie:
      • C.F.Xav. Smits (20 maart 1930) ‘Iheronimus Bosch’, Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbossche Courant, derde blad, [p. 1].
        Reactie:
        • H.J.M. Ebeling (21 maart 1930) ‘Jeroen Bosch’, Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbossche Courant, eerste blad, [p. 3].
          Reactie:
          • C.F.X. Smits (27 maart 1930) ‘Iheronimus Bosch’, Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbossche Courant, derde blad, [p. 1].
            Reactie:
            • H.J.M. Ebeling (3 april 1930) ‘Jeroen Bosch’, Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbossche Courant, eerste blad, [p. 1].
  • Lou Lammers (15 juni 1930) ‘Hieronymus van Aecken, genoemd Jeroen Bosch »le faizeur de Dyables«. Bij de onthulling van zijn standbeeld’, De Hollandsche Revue, jrg. 35, nr. 12, p. 523-536. Zie delpher.nl.
  • Jules Destrée (1932) ‘Jérôme Bosch’, Bulletins de la Classe des Beaux-Arts, 5e serie, jrg. 14, p. 118-122.
  • S. (1932-1933) ‘Ein Maler des Chaos: Hieronymus Bosch’, Hochland, jrg. 30, p. 91-94.
  • Louis Parrot (juli 1934) ‘Jerónimo Bosco’, Cruz y Raya, nr. 16, p. 39-70.
  • W.J. Rozendaal (1936) ‘Hieronymus Bosch’, Prisma der Kunsten, jrg. 1, p. 250-255.
  • A.M. Hammacher (1936) ‘Jeroen Bosch ca. 1450-1516’, De Vrije Bladen, jrg. 13, nr. 9.
    Aankondigingen en recensies:
    • L.B.[rom] (1937) [recensie], Prisma der Kunsten, jrg. 2, p. 31-32.
    • J.E.[ngelman] (1936) [idem], Groot Nederland, jrg. 34, p. 621-622.
  • G. Schreiner (1936) ‘Jheronymus Bosch’, De Gemeenschap, jrg. 12, p. 372-383.
  • G.J. Hoogewerff (juli 1936) ‘Hiëronymus Bosch’, Elsevier’s Geïllustreerde Maandschrift, jrg. 46, deel 92, p. 1-11.
    Aankondigingen en recensies:
  • J.M.C. van Overbeek (1 augustus 1936) ‘Jeroen Bosch. Schilder van duivelsche verbeeldingen’, Wereldkroniek, jrg. 43, p. 1152 e.v.
  • J. Muls (1937) ‘Hieronymus Bosch’, Leven en werken. Maandblad der Radio-Volksuniversiteit Holland, n.r., jrg. 1, p. 1-30.
  • E. d'Ors (1937) ‘Hieronymus Bosch’, Almanach des Arts, p. 235-239.
  • R. Avermaete (1938) ‘Jeroen Bosch en de Noord-Nederlandsche primitieven’, in: Van Giotto tot de Vlaamsche expressionisten, Brussel, p. 31-37.
  • J. Destrée (1938) ‘Jérôme Bosch’, Bulletin de l'Académie Royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, p. 138.
  • Jan van Rijckevorsel ([1938]) Jeroen Bosch (lezing gehouden in 's-Hertogenbosch (Bisschoppelijk Museum), november 1938).
    Aankondigingen, verslagen en recensies:
  • Nico de Haas (juli 1944) ‘Jeroen die maelre’, Groot Nederland, nr. 7, p. 303-322.
  • Friedrich Markus Huebner ([1944?]) [Hieronymus Bosch] (lezing gehouden in 's-Hertogenbosch (Nederlandsch-Duitsche Kultuurgemeenschap), juli 1944.
    Aankondigingen, verslagen en recensies:
    • Anoniem (11 juli 1944) ‘Jeroen Bosch’, Dagblad van Noord-Brabant, [p. 2].
  • Anoniem (1976) ‘Portret van Jheronimus Bosch’, Alternatyf, jrg. 6, 1976, nr. 5-6.
  • W.S. Gibson (1996) ‘Bosch, Hieronymus’, in: Allgemeines Künstler-Lexikon, Band 13, München: K.G. Saur, ISBN 3598227531, p. 160-162.
  • W. van der Beek (januari 2001) ‘Schilder met het venijn van een boeteprediker. De visionaire blik van Jheronimus Bosch’, Kunstbeeld, nr. 12, p. 48-51.
  • Harry Coppens (september 2007) ‘Hieronymus Bosch’, Rosmalla, jrg. 17, nr. 3, p. 10.