De hut van Oom Tom/Hoofdstuk 11
Publiek Domein |
---|
Deze bron (De hut van Oom Tom/Hoofdstuk 11) is (gedeeltelijk) afkomstig van Project Gutenberg.
Bronnen afkomstig van Project Gutenberg zijn in het publiek domein. |
Dit is een verkorte uitgave van het beroemde boek van Harriet Beecher Stowe. De bewerker is niet bekend.
HOOFDSTUK 11
De brief van Oom Tom
Oom Tom vond dat hij het werkelijk bijzonder goed getroffen had met zo'n vriendelijke meester in zo'n goed huis. Hij had goede kleren, genoeg te eten en een fijne slaapkamer. Hij hoefde geen hard, onaangenaam werk te doen. Zijn belangrijkste taken waren het mennen van de koets van Mevrouw St. Clare, als ze uit wilde gaan, en te spelen met Eva als ze daar zin in had. Hij hield werkelijk heel erg veel van zijn kleine meesteresje.
Meneer St. Clare was ook erg tevreden over Tom. Hij was erg zorgeloos met geld en zijn belangrijkste knecht sprong er ook onvoorzichtig mee om. Samen verspilden ze veel te veel geld.
Meneer Shelby vertrouwde Tom met alles en Tom zorgde heel goed voor het geld van zijn meester, alsof het zijn eigen geld was. Hij hield niet van verspilling en hij wilde daar dan ook snel een einde aan maken.
Meneer St. Clare merkte al gauw hoe handig Tom was, en vertrouwde hem volledig, net als Meneer Shelby.
Maar ondanks dit geluk, verlangde Tom heel erg naar zijn oude geliefden in Kentucky. Hij had veel vrije tijd en als hij niets anders te doen had, nam hij zijn bijbel en probeerde hij troost te vinden door daarin te lezen.
Naarmate de tijd verstreek, verlangde Oom Tom steeds meer naar zijn vorige huis. Op een dag had hij een goed idee. Hij zou een brief schrijven.
Voordat Oom Tom verkocht werd, had George Shelby hem geleerd om te schrijven, dus hij dacht dat hij wel een brief kon schrijven.
Hij vroeg Eva om een velletje schrijfpapier en in zijn kamer begon hij een klad te maken op zijn lei.
Het was erg moeilijk. De arme Oom Tom merkte dat hij helemaal vergeten was hoe hij sommige letters moest vormen. Van de letters die hij nog wel wist, wist hij niet helemaal zeker hoe hij ze gebruiken moest. Ja, het was werkelijk heel erg moeilijk.
Terwijl hij aan het werk was, zwaar ademend, kwam Eva binnen om over zijn schouder mee te kijken.
"O, Oom Tom! Wat maak je een leuke dingen!"
"Ik probeer mijn oude vrouw en mijn kleine kinderen een brief te schrijven, Juffrouw Eva," zei Tom. Hij streek met de rug van zijn hand de tranen uit zijn ogen. "Ik ben bang dat ik het niet goed kan."
"Ik zal je wel helpen, Tom. Ik kan al een beetje schrijven. Ik ken bijna alle letters."
Eva hield haar kleine gouden hoofdje vlak bij het zwarte hoofd van Oom Tom. Samen spraken ze ernstig over de brief. Allebei vonden ze de brief belangrijk, maar ze wisten niet veel van brieven. Maar na een boel overleg begonnen ze te schrijven, en het resultaat, dachten ze, leek echt op een goede brief.
"Ja, Oom Tom, het wordt zo erg mooi," zei Eva verrukt. "Je vrouw zal erg blij zijn, en je arme kindertjes ook! O, het is heel erg dat je bij ze weg moest. Ik zal Pappa vragen dat hij je een keer terug moet laten gaan."
"Mijn meesteres zei dat ze geld zou sturen als ze genoeg gespaard had," zei Tom. "En de Jongeheer George heeft gezegd dat hij zou komen. Hij heeft me deze dollar gegeven om me eraan te herinneren." Tom toonde de kostbare dollar die hij onder zijn kleren droeg.
"O, dan komt hij vast," zei Eva. "Ik ben zo blij."
"Ik wilde ze een brief sturen, weet je, om te laten weten waar ik was en de arme Chloe te vertellen dat het goed met me ging, want ze voelde zich zo akelig, mijn arme vrouw."
"Dag, Tom," zei Meneer St. Clare, die op dat moment de kamer inkwam.
Tom en Eva keken op.
"Wat is dit?" vroeg Meneer St. Clare, terwijl hij naar de lei keek.
"O, dat is de brief van Tom. Ik help hem om hem te schrijven," zei Eva. "Vind je hem goed?"
"Ik wil jullie niet ontmoedigen," zei haar vader; "maar ik denk, Tom, dat je beter mij kunt vragen om de brief te schrijven. Dat zal ik dan doen als ik straks weer thuis ben."
"Het is erg belangrijk dat hij schrijft," zei Eva, "want zijn vorige meesteres gaat geld sturen om hem terug te kopen, Pappa. Hij zei me dat ze dat gezegd had."
Meneer St. Clare dacht bij zichzelf dat dit waarschijnlijk niets betekende. Het is een van die dingen die vriendelijke mensen tegen hun slaven zeggen om ze te troosten als ze voor verkoop worden weggebracht. Hij dacht niet dat Mevrouw Shelby echt van plan was Tom weer terug te kopen. Hij zei dat echter niet hardop, hij zei alleen dat Tom de paarden moest inspannen voor een tochtje.
Die avond werd de brief geschreven en Oom Tom bracht hem vrolijk naar het postkantoor.