De hut van Oom Tom/Hoofdstuk 15
Publiek Domein |
---|
Deze bron (De hut van Oom Tom/Hoofdstuk 15) is (gedeeltelijk) afkomstig van Project Gutenberg.
Bronnen afkomstig van Project Gutenberg zijn in het publiek domein. |
Dit is een verkorte uitgave van het beroemde boek van Harriet Beecher Stowe. De bewerker is niet bekend.
HOOFDSTUK 15
Topsy
Op een dag, terwijl Miss Ophelia als gewoonlijk aan het werk was, hoorde ze Meneer St. Clare onderaan de trap roepen.
"Kom eens beneden, Ophelia. Ik wil je iets laten zien."
"Wat is het?" vroeg Miss Ophelia, terwijl ze beneden kwam met haar naaiwerk in haar hand.
"Ik heb iets voor je gekocht. Kijk eens," zei hij. Hij duwde een negermeisje van 8 of 9 jaar voor zich uit.
Ze was pikzwart. Haar ronde glanzende ogen schitterden als glazen kralen. In haar wollige haren droeg ze kleine vlechtjes in alle richtingen. Ze droeg alleen maar een hemd, dat vuil en gescheurd was. Miss Ophelia dacht dat ze nog nooit zo'n vreselijk klein meisje had gezien.
"Augustine, wat heb je nou in hemelsnaam bij je?" vroeg ze geschrokken.
"Voor jou, om haar op te voeden, natuurlijk, en er een keurig meisje van te maken," zei Meneer St. Clare lachend. "Topsy," vervolgde hij, "dat is je nieuwe meesteres. Denk erom dat je je netjes gedraagt."
"Ja, meester," zei Topsy ernstig, maar er was een ondeugende schittering in haar ogen.
"Je moet braaf zijn, Topsy, begrepen?" zei Meneer St. Clare.
"O ja, meester" zei Topsy week. Ze vouwde gewillig haar handen, maar weer met een schittering in haar ogen.
"Nou Augustine, waar is dit voor? Je huis is al vol met die kleine pestkoppen. Als ik 's morgens wakker word, ligt er een achter de deur te slapen, zie ik een zwart kopje onder de tafel en een andere op de mat. Ze rollen over de keukenvloer zodat je nergens een voet kunt zetten zonder erop te trappen. Waarom heb je in hemelsnaam dit kind meegebracht?"
"Voor jou, om haar op te voeden, dat zei ik toch?"
"Ik wil haar niet, weet ik zeker. Ik heb al meer om handen dan ik wil."
"De zaak is, Ophelia," zei Meneer St. Clare, terwijl hij haar opzij trok, "ze was bij mensen die erg wreed waren en haar vaak sloegen. Ik hoorde haar vaak schreeuwen en dat kon ik niet verdragen. Daarom heb ik haar gekocht. Ik geef haar aan jou. Probeer maar of je er iets van kunt maken."
"Nou, ik zal doen wat ik kan," zei Miss Ophelia. "Ze is vreselijk vuil, en half naakt."
"Nou, breng haar naar beneden, doe haar in bad en geef haar fatsoenlijke kleren."
Het was een heel karwei om Topsy schoon te krijgen, maar uiteindelijk zag ze er een stuk beter uit.
Ophelia ging voor haar zitten om haar te ondervragen.
"Hoe oud ben je, Topsy?"
"Weet niet, Miss," zei ze, grijnzend als een lelijke zwarte pop.
"Weet je niet hoe oud je bent? Heeft niemand je dat verteld? Wie was je moeder?"
"Nooit gehad," zei Topsy, weer met een grijns.
"Nooit een moeder gehad? Wat bedoel je? Waar ben je geboren?"
"Nooit geboren."
"Je moet me niet zo antwoorden, meisje," zei Miss Ophelia streng. "Ik speel niet met je. Vertel me waar je geboren bent en wie je vader en moeder waren."
"Nooit geboren," herhaalde Topsy beslist. "Nooit een vader of moeder of niks gehad!"
Miss Ophelia wist nauwelijks wat ze ervan maken kon. "Hoe lang ben je al bij je meester en meesteres geweest?" vroeg ze.
"Weet niet, Miss."
"Een jaar, of langer of korter?"
"Weet niet, Miss."
"Heb je wel eens wat van God gehoord, Topsy?" vroeg Miss Ophelia toen.
Topsy keek verward, maar bleef grijnzen.
"Weet je wie jou gemaakt heeft?"
"Niemand," antwoordde Topsy lachend. "Ik denk dat ik groeide. Denk niet dat iemand me gemaakt heeft."
"Kun je naaien?" vroeg Miss Ophelia, tamelijk geschokt.
"Nee, Miss."
"Wat kun je doen? Wat deed je voor je vorige meester en meesteres?"
"Water halen, afwassen, messen schoonmaken en tafel dekken."
"Nou, goed, Topsy, ik ga je eens laten zien hoe mijn bed opgemaakt moet worden. Ik ben daar nogal precies mee. Je moet precies leren hoe je dat moet doen."
"Ja, Miss," zei Topsy, met een diepe zucht en een vreselijk ernstig gezicht.
"Nou, Topsy, kijk eens hier. Dit is de zoom van het laken. Dit is de goede kant en dit is de verkeerde kant. Denk je daaraan?"
"Ja, Miss," zei Topsy, weer met een zucht.
"Nou goed. Het onderlaken gaat over de matras, zo, en dat moet het netjes en glad aan alle kanten ingestopt worden. Zie je het?"
"Ja, Miss."
"En het bovenlaken," zei Miss Ophelia, "moet zo worden neergelegd, en ingestopt, stevig en glad, met de smalle zoom aan het voeteneinde."
"Ja, Miss," zei Topsy wee. Maar terwijl Miss Ophelia zich over het bed boog, had ze snel een paar handschoenen en een lint gepakt, die op de opmaaktafel lagen. Ze schoof ze in haar mouwen. Toen Miss Ophelia weer opkeek, stond het ondeugende meisje weer net als eerst, met haar handen braaf over elkaar.
"Nou, Topsy, laat maar eens zien hoe jij het doet," zei Miss Ophelia. Ze trok de lakens weer van het bed en ging zitten.
Topsy keek erg ernstig en deed precies zoals Ophelia het had voorgedaan. Ze deed het zo snel en goed dat Miss Ophelia erg tevreden was. Maar helaas, toen ze klaar was kwam er een stukje lint uit haar mouw.
"Wat is dit?" zei Miss Ophelia, terwijl ze het lint greep. "Jij stoute meid, je hebt dit gestolen."
Ze trok het lint uit Topsy's mouw. Maar Topsy schaamde zich niet. Ze keek alsof ze heel verrast en onschuldig was.
"Wat, is dat het lint van Miss Phelia? Hoe kan dat nou in mijn mouw komen?"
"Topsy, je bent stout. Je mag niet jokken. Je hebt dat lint gestolen."
"Echt niet, Miss, heb ik niet gedaan. Ik zie dat lint nu voor 't eerst."
"Topsy," zei Miss Ophelia, "weet je niet dat het slecht is om te jokken?"
"Ik jok nooit, Miss Phelia," zei Topsy. "Het is echt waar wat ik zeg. Niets anders."
"Topsy, je krijgt slaag als je blijft jokken."
"Nou, Miss, zelfs als u de hele dag slaag geeft, kan ik het niet anders zeggen," zei Topsy huilend. "Ik heb dat lint nooit gezien. Het is in mijn mouw blijven haken. Miss Phelia heeft 't op 't bed laten liggen en het raakte verstrikt in mijn kleren, en zo kwam het in mijn mouw."
Miss Ophelia was zo boos op die onbeschaamde leugen dat ze Topsy stevig door elkaar schudde. "Zeg dat niet weer," zei ze.
Door het schudden vielen de handschoenen uit de andere mouw op de grond.
"Daar," zei Miss Ophelia, "wou je nou nog steeds zeggen dat je het lint niet gestolen hebt?"
Topsy gaf nu toe dat ze de handschoenen gestolen had. Maar ze bleef volhouden dat ze niets van het lint wist.
"Luister, Topsy", zei Miss Ophelia vriendelijk, "als je nu meteen alles toegeeft, zal ik je voor deze keer niet slaan."
Dus bekende Topsy dat ze de handschoenen en ook het lint had gestolen. Ze zei dat ze er heel erg veel spijt van had en dat ze het nooit weer zou doen.
"Goed. En vertel nu eens," zei Miss Ophelia, "heb je nog meer gepikt sinds je hier in huis bent? Als je het eerlijk zegt, krijg je geen slaag."
"Nou, Miss, ik heb het rode kettinkje dat Miss Eva om haar hals draagt."
"Ondeugend kind! En wat nog meer?"
"De oorringetjes van Rosa, de rode."
"Ga ze onmiddellijk halen. Allebei."
"Nee, Miss, kan niet, ik heb ze verbrand."
"Verbrand? Moet ik dat geloven? Ga ze halen of er zwaait wat!"
Topsy begon weer te huilen en zei dat ze dat niet kon. "Ze zijn verbrand, zeg ik toch."
"Waarom heb je ze verbrand?" vroeg Miss Ophelia.
"Omdat ik slecht ben. Ik ben heel slecht. Ik kan er niks aan doen."
Net op dat moment kwam Eva de kamer in. Ze droeg haar rode koralen halsketting.
"Zeg, Eva, waar haal je nou die ketting vandaan?" zei Miss Ophelia.
"Die ketting? Die heb ik de hele dag al om," antwoordde Eva, nogal verrast. "En wat een beetje gek is, Tante, ik heb hem vannacht ook gedragen. Ik was vergeten hem af te doen toen ik ging slapen."
Miss Ophelia was stomverbaasd. Ze was nog meer verbaasd toen Rosa, een van de huismeisjes, binnenkwam met een mand schone kleren. Zo droeg haar rode oorringen, zoals gewoonlijk.
Ik weet zeker dat ik niet weet wat ik met dit kind moet beginnen," zei ze wanhopig. "Waarom vertelde je me dat je die dingen gestolen had, Topsy?"
"Nou, Miss, u zei dat ik moest bekennen. Ik kon niks anders bedenken om te bekennen," zei Topsy, terwijl ze haar ogen afdroogde.
"Maar je moet natuurlijk geen dingen bekennen die je niet gedaan hebt," zei Miss Ophelia. "Dat is ook jokken net als wanneer je iets gedaan hebt en je zegt van niet."
"O, nou, is dat zo?" vroeg Topsy, terwijl ze verrast en onschuldig keek.
"Arme Topsy," zei Eva, "waarom zou jij stelen? Vanaf vandaag gaat er heel goed voor jou gezorgd worden. Ik weet zeker dat ik je graag iets van mezelf zou geven, liever dan dat jij iets zou stelen."
Het was nog nooit gebeurd dat iemand zo lief tegen Topsy praatte. Een minuut leek het alsof ze weer zou gaan huilen had, Daarna trok ze weer een lelijke grijns, zoals eerder.
Wat moest er met Topsy gebeuren? Miss Ophelia stond voor een raadsel.
"Ik weet niet," zei ze tegen Meneer St. Clare, "hoe ik dat kind behoorlijk kan opvoeden zonder haar te slaan."
"Nou, sla haar dan maar."
"Ik heb nooit gehoord dat kinderen zonder slaag werden opgevoed," zei Miss Ophelia.
"Nou, doe maar wat jou goeddunkt. Maar ik heb gezien dat dit kind geslagen werd met een knots, met een tang, of met iets anders dat in de buurt was. Ik denk dat ze jouw slagen allang niet meer voelt."
"Wat moet ik dan met haar doen?" zei Miss Ophelia. "Ik heb nog nooit zo'n kind gezien."
Die vraag kon Meneer St. Clare niet beantwoorden. Miss Ophelia moest zelf maar zien hoe ze van Topsy een lief meisje maakte.
Ze leerde haar lezen en handwerken. Topsy vond lezen leuk en ze leerde de letters alsof het toverij was. Handwerken vond ze niet leuk. Ze brak de naalden of gooide ze weg. Ze maakte de draden in de war en scheurde de stof. Miss Ophelia was er zeker van dat dat geen ongelukjes waren. Ze kon Topsy er echter nooit op betrappen.
In een paar dagen had Topsy geleerd hoe ze de kamer van Miss Ophelia moest opruimen, want ze was snel en slim. Maar Miss Ophelia moest er wel bij blijven, want als Ophelia wegliep werd het een vreselijke rommel.
In plaats van het bed op te maken, amuseerde ze zich met het kussen uit de kussensloop te halen. Dan sloeg ze haar kroeshaar tegen het kussen tot ze helemaal bedekt was met veertjes, die in alle richtingen staken. Of ze klom omhoog tegen de kast, zodat ze met haar hoofd omlaag kon gaan hangen. Ze zwaaide alle lakens door de kamer en stopte het kussen in Ophelia's nachthemd om ermee te dansen, terwijl ze zong, floot en gekke gezichten trok in de spiegel.
"Topsy," zei Miss Ophelia toen haar geduld op was, "waarom gedraag je je zo slecht?"
"Weet niet, Miss. Ik denk dat ik nu eenmaal slecht ben."
"Ik weet niet wat ik met jou moet beginnen, Topsy."
"Nou, Miss, u moet me slaag geven. Dat deed mijn oude meesteres altijd. Ik kan alleen goed werken als ik slaag krijg."
Miss Ophelia probeerde het maar. Topsy schreeuwde en gilde en huilde. Maar een half uur later zat ze bij de andere negerkinderen die bij het huis hoorden en lachte ze erom. "Miss Phelia kan niet slaan," zei ze. "Ze weet niet hoe het moet!"
"En, jullie negers," ging ze verder, "weten jullie dat je allemaal zondaars bent? Jij bent een zondaar, en jij, iedereen. Blanken zijn ook zondaars. Miss Phelia heeft het gezegd. Maar ik denk dat negers de grootste zondaars zijn. En ik ben de ergste. Ik ben zo vreselijk slecht, niemand kan wat met me beginnen. Ik denk dat ik het ergste schepsel in de wereld ben." Dan ging ze kopjeduikelen en kwam ze vrolijk lachend terug. Kennelijk was ze erg tevreden over zichzelf.